Fictie lezen in het hoger onderwijs #2

Door: Evelyne van der Neut Projectleider WERKplaats Taal bij Hogeschool Rotterdam
Vervolg op deel 1.

Literatuur lezen loont. Je vergroot je wereld en je woorDoor: Evelyne van der Neut Projectleider WERKplaats Taal bij Hogeschool Rotterdamdenschat. Maar in het hoger onderwijs vinden deze argumenten niet direct gehoor. Toch kan het lezen van literaire fictie bijdragen aan de doelen van opleidingen in het hoger onderwijs. In de vorige blog gaf ik daarvoor al twee redenen: door literatuur doe je kennis op en train je empathie. Maar er is meer. Het lezen van fictie kan bijdragen aan morele oordeelsvorming en aan het ontwikkelen van de beroepsidentiteit. 

Literatuur als moreel kompas

Door literatuur kun je leren morele afwegingen te maken. Op dit moment ervaren studenten niet dat hun opleiding heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van een ‘moreel kompas’, blijkt uit dit artikel van Science Guide. Daarin wordt ook de stage aangegrepen als kans voor het ontwikkelen van moraliteit. Maar dan moet zich daar net een moreel dilemma voordoen, waar studenten mee kunnen oefenen zonder al te veel risico. Literatuur daarentegen, kun je zien als een gedachte-experiment waarin morele dilemma’s uitgeplozen worden zonder directe consequenties in de ‘echte wereld’. Je kunt met studenten reflecteren op de keuzes van de personages en op de vraag: ‘Wat zou ik doen?’ Zo verkenden een collega en ik eens met studenten Social Work wat zij zouden doen als zij een kind zouden ondersteunen dat een bloedtransfusie nodig heeft, maar dat van zijn ouders niet mag vanwege hun geloofsovertuiging (een casus uit Ian McEwans The Children’s Act). Kan een kind zijn eigen keuzes maken? Wat als hij of zij bijna de volwassen leeftijd bereikt? Weegt het leven zwaarder dan het geloof? En mag – of moet – je ingrijpen, als je die bevoegdheid hebt?

Fictie koppelen aan authentieke schrijfopdrachten

Met datzelfde voorbeeld kom ik ook bij mijn laatste argument: literatuur lezen en bespreken, draagt ook bij aan het ontwikkelen van een beroepsidentiteit. Wij vroegen deze studenten zich tot de casus te verhouden als sociaal werker. Zij schreven naar aanleiding van de roman beroepsproducten, bijvoorbeeld een intakeverslag over dit gezin of een brief gericht aan de kinderrechter. Het boek fungeerde dus als casus om authentieke schrijfopdrachten te geven. Bovendien bevat het boek ook een personage in de functie van sociaal werker (binnen Nederland een nog jonge beroepsgroep). Dat was een ingang om met hen te reflecteren op hun latere beroep. Zo zijn er meer beroepen die een rol spelen in fictie. Op de Personagebank kun je bekijken welke beroepen in de Nederlandstalige literatuur vertegenwoordigd worden. Met een paar muisklikken heb je lijsten van boeken waarin kunstenaars of ondernemers een rol spelen. Deze verhalen nodigen uit om met studenten te reflecteren op hun toekomstige beroep of op hun huidige stage-ervaringen. 

Welke aandacht geef jij aan fictie bij je studenten?

Genoeg redenen dus, om aandacht te besteden aan literaire fictie in de studies Rechten, Bedrijfskunde, Geneeskunde, Verpleegkunde, Sociaal Werk enzovoorts. Met deze blogs heb ik daar ook al concrete handvatten voor gegeven. Samen met collega’s binnen jouw instelling of binnen het samenwerkingsverband van Heel Rotterdam Leest, kun je hier verder vorm aan geven. We zijn benieuwd wat dit oplevert voor de studenten in Rotterdam en komen graag met je in contact

 
 
 
Vorige
Vorige

Geef een prentenboek cadeau: 'Ik zou wel een kindje lusten'.

Volgende
Volgende

Fictie lezen in het hoger onderwijs #1